Bauhaus logo Box 89 Bauhaus
Deze "Bauhaus" box met het logo is een experiment in beton.
Bepaalde gegoten elementen van het *bauhaus-logo op de box zijn extreem fragiel. Er zijn betonlijnen gegoten van 1,5 mm dik en 5 mm hoog. Deze gegoten betondelen op de designbox zijn ongeschonden uit de bekisting gekomen als een ultieme test van de mogelijkheden van dit beton. Het betonnen object is door deze zeer breekbare elementen in het logo tegelijkertijd onverwoestbaar en extreem fragiel.
*Het Bauhaus was een opleiding voor beeldend kunstenaars, ambachtslieden en architecten die van 1919 tot 1932 eerst te Weimar later te Dessau en daarna nog een jaar in Berlijn gevestigd was.
De Belgische architect-schilder Henry Van de Velde had bij zijn afscheid als directeur van de Großherzoglich-Sächsische Hochschule für Bildende Kunst te Weimar in 1918 de Duitse architect Walter Gropius voorgedragen als zijn opvolger. In 1919 liet Gropius zijn school, samen met de Grossherzoglich-Sächsische Kunstgewerbeschule opgaan in het nieuwe Staatliches Bauhaus Weimar. Zijn zowel theoretisch als praktisch toegepaste programma was een synthese van plastische kunsten, ambachtelijke techniek en industrie.
Vooral onder invloed van de Nederlandse kunstenaar Theo van Doesburg[1], die samen met Piet Mondriaan in 1917 de kunstbeweging De Stijl had opgericht, evolueerde Bauhaus van het expressionisme naar het modernisme. Die invloed was waarschijnlijk van doorslaggevende betekenis, want op pagina 54 van "Bauhaus 1919 - 1933" - een uitgave van Bauhaus-Archiv Museum für Gestaltung - kunnen we lezen: "Der wichtigste Anstoß zur Überwindung des expresionistischen Bauhauses kam von außen, von dem niederländischen Künstler Theo van Doesburg." (De belangrijkste aanzet tot de overwinning op het expressionistische Bauhaus kwam van buiten, van de Nederlandse kunstenaar Theo van Doesburg.)
Gropius' studenten ontwierpen er efficiënte, elegante meubelstukken en gebruiksvoorwerpen. Strak van lijn, eenvoudig van vorm, zeer functioneel. De opklapbare meubels, bedoeld voor een nogal klein uitgevallen arbeiderswoning, of de vrijgezellenkast op wieltjes die je aan twee kanten kan openen, vielen op in het gamma. Multifunctionaliteit leek heruitgevonden door Bauhaus.[2]
De Zwitserse schilder Johannes Itten gaf er een spraakmakende Vorlehre-cursus, bedoeld tot het stimuleren van de zelfwerkzaamheid. Na Itten, in 1923, kregen Paul Klee en László Moholy-Nagy die taak toegewezen. Andere vooraanstaande Duitse kunstenaars als Lyonel Feininger, Georg Muche, Oskar Schlemmer en de Russisch-Franse Wassily Kandinsky maakten deel uit van het lerarenkorps.
Bauhaus is zowel een kunstenaarsschool, een pedagogisch project als de wieg voor het Bauhaus-ontwerp. De kunstenaarsschool evolueerde van een academie voor kunst & architectuur tot een cultuurbegrip. De nieuwe gebouwen in Dessau, zelf ontworpen door Gropius toen het Bauhaus Weimar in 1925 moest verlaten, zijn even spectaculaire voorbeelden van moderne architectuur als het project van de nieuwe arbeiderswijk in Dessau.
In de school werd les gegeven op een manier die nooit eerder was vertoond. De studenten dienden hun eigen creativiteit te exploreren, door te werken met de meest uiteenlopende materialen. Er werd bewust en gedreven gezocht naar een architectuur die maatschappelijke impact heeft.
Vele docenten en studenten geloven dat een betere architectuur en woonomgeving mensen beter laat worden, en uiteindelijk mede leiden tot een veranderde (volgens Bauhaus dus betere) wereld. Zodra mensen in luchtige, zonnige ruimtes kunnen wonen, in simpele woonblokken zonder enige versiering, zouden ze als vanzelf anders gaan leven, meer solidair en gelukkig.
In 1925 verhuisde het Bauhaus naar Dessau, op uitnodiging van het stadsbestuur. Daar bouwden ze een nieuw complex, in een soort van molenwiekpatroon van verschillende gebouwen. Er was een gebouw voor lessen, een gebouw voor de studenten, een gecombineerd gebouw voor auditorium en restaurant, een atelier, en een bruggebouw waarin zich de administratie bevond, en de kantoren van Walter Gropius en zijn architectenbureau. De verhuizing betekende ook een samengaan van de kunstopleiding met de al bestaande 'Kunstgewerbe- und Handwerkerschule Dessau', wat de school een belangrijke financiële basis zou bezorgen. De fusie loopt parallel met een verschuiving van een accent op het ontwerpen van unieke objecten naar het ontwerpen van voorwerpen die industrieel gefabriceerd konden worden. Het stadsbestuur had een praktische reden voor de uitnodiging aan Gropius: de grote woningnood en beperkte middelen dwongen een goedkope oplossing te zoeken voor het onderdak van de arbeiders en beambten van de Junkers fabrieken. Met toepassing van modulaire ontwerpen en industriële technieken wist Gropius een complete wijk te bouwen (Dessau–Törten). De studenten waren daarbij volop actief -geheel in stijl met de Bauhaus filosofie. Opvallend is wel de vermenging van Gropius' privé activiteiten als architect met zijn directeurschap van het Bauhaus. In contrast werd pas later een architectuur opleiding opgenomen in het Bauhaus programma, waarvoor Hannes Meyer werd aangetrokken. De eigen uitgave van de Bauhausbücher met geschriften van onder andere Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Wassily Kandinsky, Paul Klee, Kasimir Malevitch en Gropius zelf draagt uiteraard bij tot de bekendheid van het Bauhaus.
In 1928 verliet de stichter Gropius het Bauhaus en werd hij opgevolgd door Hannes Meyer, die in 1930 op zijn beurt werd opgevolgd door Ludwig Mies van der Rohe.
Het Duitse nationaalsocialisme wilde van het progressieve, als "bolsjewistisch" gebrandmerkt Bauhaus af en dwong het in 1932 naar Berlijn te verhuizen. Nauwelijks een jaar later werd het na de nationaalsocialistische machtsovername gesloten door Mies van der Rohe die niet langer wilde toegeven aan politieke eisen van de nieuwe machthebbers, zoals de verwijdering van Joodse en buitenlandse docenten. [3]
Zowel leraren als leerlingen verspreidden zich na 1933 over de westerse wereld en vooral in de Verenigde Staten propageerden onder anderen Gropius, Mies van der Rohe, Joseph Albers, Moholy-Nagy en Marcel Breuer verder de ideeën van het Bauhaus o.a. aan het Black Mountain College te North Carolina. Na de Tweede Wereldoorlog — in 1950 — probeerde in West-Duitsland oud-Bauhaus-student Max Bill het Bauhaus voort te zetten door de Hochschule für Gestaltung in Ulm op te richten. Deze school werd echter al in 1968 opgeheven.
In Berlijn bevindt zich sinds 1979 het Bauhaus-Archiv, een museum over het Bauhaus.